ES & Co: De Bus

Proloog De Bus

Dit verhaal heb ik geschreven in 2015 en is ontstaan uit een metafoor, die een leraar gebruikte tijdens de opleiding Psychologie. Het is het eerste korte verhaal dat ik heb geschreven.

Wij hebben allen meerdere persoonlijkheden in ons die allemaal een rol spelen. Soms raakt er ‘iemand’ kwijt, spelen kanten van ons een te kleine rol, of worden zelfs helemaal vergeten. De gemene deler is dat al onze (personages) passagiers in dezelfde bus zitten en dat er maar één de chauffeur kan zijn.

De Bus is een feuilleton waar iedereen zijn eigen verhaal heeft.

1. De reisleidster

Vermoeid legt ze haar handen in haar nek, en masseert de spanning weg die zich heeft opgehoopt. De bus zit vol. Er is heel wat aan vooraf gegaan voordat ze überhaupt allemaal in de bus zaten. Met de lijst in haar handen draait ze zich om naar haar passagiers. Iedereen praat door elkaar, enkelen hangen in een heftige discussie verwikkeld over de leuning in het gangpad.

Achter de chauffeur zit zoals gewoonlijk mevrouw ‘Controle’ en naast haar zit mevrouw ‘Bang’. Check.
Het is een raar stel. Ze stappen altijd als eerste de bus uit en in. Gelukkig zijn de dames stil en rustig. Mevrouw Bang heeft altijd haar hand op de arm van mevrouw Controle en fluistert onverstaanbare dingen in haar oor. De huid van mevrouw Bangs gezicht lijkt op perkament en ze kijkt altijd zorgelijk.

In de rij erachter zit die rare gast met piercings door zijn wenkbrauwen. Hij staart meestal als een zombie uit het raam en het is haar een raadsel wat hij bij het gezelschap doet. Check.
Daarnaast zit een wat knorrige man. Hij heeft altijd een stellige mening klaar en die is zelden positief. Hij hangt over de leuning en voert een heftige discussie met de man aan de andere zijde van het gangpad. Zijn stem klinkt hard en schel en hij maakt wilde armgebaren. Check.
Zijn gesprekspartner is pas écht een onruststoker. Volgens haar vindt hij het leuk om iedereen op te fokken, in het bijzonder meneer ‘Knorrig’. Zo af en toe vangt ze flarden op van hun discussies en meestal gaat het over politiek.
Naast meneer ‘Onruststoker’ zit een wat bijzonder vrouwtje. Gekleed als een ballerina zit ze vaak zachtjes kinderliedjes te neuriën. Ze lijkt wel een beetje op die koningin van de plastische chirurgie. Wat is haar naam ook alweer? Die met die duiven. Gestoorde dame. Check.

In de hele rij erachter zitten vier pubers en terwijl ze bij hun namen een vinkje zet, zijn zij druk verwikkeld in een lunchpakket gevecht. Een van hen heeft een stuk boterhamworst over zijn gezicht gelegd en probeert het op die manier te nuttigen terwijl zijn buurman met een pakje sap met rietje richting zijn kornuiten spuit. Dat alles gaat gepaard met veel geschreeuw en hilarisch gelach op die typisch overslaande en schelle toon, die aangeeft dat hun stembanden in de overgang zijn.
Dan hebben we nog die twee deftige, stijlvolle PC Hooftstraat dames. Zij zitten met hun tas op schoot, zeer zeker een Chanel of iets dergelijks, naar elkaar toegebogen. Ze bewonderen elkaars make-up en hun hoge doordringende kreetjes van goedkeuring komen boven het gekrakeel in de bus uit. Check.
De jongen en het meisje naast de dames hebben een lugubere uitstraling. Geheel in het zwart gekleed en ogen als kooltjes. Gothic heet dat. Ze dragen de hele reis al oordopjes en luisteren waarschijnlijk naar Death Metal. Check.
Iets daarachter zitten de ‘Herrieschoppers’, hoewel daartussen een mooi meisje met een sereen gezicht gewoon een boek zit te lezen. Ze heeft haar wel eens gevraagd hoe ze dat kan en het meisje had geantwoord dat ze zich met herrie beter kan concentreren. Dat is nu helemaal bewonderenswaardig want de lastpakken staan, hangen en liggen op dit moment in het gangpad.
Eén jongen hangt ondersteboven aan het noodluik, met zijn tenen om het handvat geklemd. Zijn zwarte shirt is over zijn hoofd gezakt en hij lijkt op een vleermuis. Check.
Een ander ligt languit op de grond. Althans, hij kruipt over de grond, duidelijk op zoek naar iets dat gevallen is en schreeuwt ondertussen onsamenhangende kreten naar zijn buurman. Zijn buurman staat gekleed in een ochtendjas hardop gedichten te reciteren. Check.

De achterste bank is misschien nog wel het meest normaal. Daar zit de man in pak, en die leest de krant. Het NRC zo te zien. Daarnaast zit een dame met haar ogen dicht die als enige een reisgids bij zich heeft. Dat weet ze omdat ze hem wel eens van haar leent. Check, Check.
In de stoel ernaast zit een hele witte kale man. Hij is broodmager en heeft afhangende schouders. Doodeng. Check.
Als laatste het enige kind in het gezelschap. Die hoort waarschijnlijk bij de man en vrouw aan de andere kant van het gangpad. Ze zitten nooit bij elkaar. Het kind zit altijd naast de ‘Enge’ man. Ze is er nog niet achter of het kind een jongen of meisje is, het lijkt meer een engel. Mollig, blond en bijna doorzichtig. Check.

Iedereen is er. Dat is al heel wat. Ze draait zich om en kijkt naar de weg die voor haar ligt. De bus staat nog steeds stil op de parkeerplaats. De chauffeur heeft de motor gestart, kijkt haar aan en vraagt: ‘Zeg het maar?’

Ze weet het niet. Het is al bijna middag. Iedereen bijtijds de bus in loodsen en de chaos die dat had opgeleverd, heeft al haar energie opgezogen.

‘Ga maar vast rijden,’ zegt ze. ‘We zien wel welke weg we nemen.’

Ze is een reisleidster van niks, denkt ze. Misschien moet iemand anders morgen haar rol maar overnemen. Dan komen ze nog ergens.