Es & Co: Aards

Ik weet nog van het graan, mijn handen strijken langs de wuivende halmen. Manshoog, ik hoef niet te buigen, dat doen zij en ik baan mij een weg en denk aan het kaf, eindelijk gescheiden van het koren. Ik weet nog wat ik dacht. Hier loop ik in de bergen van Frankrijk langs wegen die enkel van bergdorp naar bergdorp leiden met amper verkeer; rust. De berm onthutst enkel door een kruis. Hier reed een roekeloze, bevangen door een bocht of misschien dronken van het groen, de bergen en de stilte?
Ik weet nog dat ik dacht dat ik er was, daar waar ik altijd naar had verlangd. Ontsnapt uit de klauwen van een dwingende maatschappij, de stad met zijn felle lichten, uitlaatgassen en druk. Drukke massa, druk op sociale omgang, druk om niet zonderling te lijken in het bruisende Amsterdam.
Ik wist nog niet van het einde. Enkel een adempauze van enkele jaren om mij misschien een ijkpunt te geven, een punt om naar terug te keren? Ik wist nog niet dat eenzaamheid nog verder kon reiken dan alleen door hoge halmen dwalen, de taal niet spreken en verdwalen in onbekende steden. Ik wist nog niet van terugkeer, opnieuw beginnen, de massa nog drukker en drukkender. Ik wist nog niets van angst om te verliezen.
Ik wist nog niet van onrecht, vechten en klokkenluiders noch van oorlog, dichtbij, verlies en moed.
Misschien het graan wel, die wuivende halmen die keer op keer opnieuw ontkiemden, waar eenzame handen zijn langs gestreken, de allereerste korrel graan als oorsprong van een nooit eindigend groeiproces.
Ik denk nog vaak aan het wuivende graan, dat gevoel van een halm die door je vingers glijdt, tastbaar, aards en toch zo onontkoombaar vergankelijk als het leven.