Es & Co: Stukjes en beetjes…

De Haarlemse markt trekt elke zaterdag veel publiek. Vanuit mijn ooghoek zie ik een vader met aan elke hand een kind, een jongetje van ongeveer zeven en een meisje van tien. Vol trots draagt het meisje een grote bos bloemen. Het zijn rozen in verschillende tinten gemengd met gipskruid, gewikkeld in groen blad en tot een prachtig boeket geschikt. Het jongetje draagt een tasje van de Parfumerie specialist die op de hoek van de markt huist.

De blije gezichtjes van de kindjes ontroeren me. Misschien is hun moeder jarig of zijn opa en oma 40 jaar getrouwd? Soms is het plezier van het uitzoeken en de aanloop naar het onthulmoment groter dan het ontvangen van de gift.

Dit herinnert mij aan mijn vader, een bon vivant pur sang. Hij hield van goede wijnen en lekker eten. Op de leeftijd dat ik het kon waarderen mocht ik mee naar restaurants die op de nominatielijst voor een Michelin ster stonden. Toen ik kleiner was nam hij mij regelmatig mee op zijn zaterdagse culinaire tochten. Slagroomtruffels, ossenworst, Serrano ham, voor elke specialiteit moest hij naar een specifieke winkel in Amsterdam. Als hij zijn persoonlijke boodschappenlijst had afgewikkeld werd de strooptocht altijd afgesloten met een kroketje van de Febo op het Stadionplein. Inmiddels hongerig van het achter mijn vader aan sjokken genoot ik van de snack maar ondertussen staarde ik licht beteuterd naar de tasjes met alle heerlijkheden die ik meestal nooit meer terug zag. Waarschijnlijk smulden mijn ouders ervan als ik al in bed lag, ’s avonds bij een goed glas wijn.

Op de Haarlemse Zaterdagmarkt vind je alles op één plek en mag je naar hartenlust van alles proeven, ook als je niks koopt. De kraampjes met gerookte knoflook, Aberdeen Angus worst, Jámon Iberico, olijven gemarineerd in Perilla Nankinensis en andere bijzondere delicatessen zijn uitermate smakelijk. Ik bewonder de lekkernijen, praat met de verkopers die graag vertellen over de achtergrond van hun product, snoep van de schaaltjes tapa’s en toegestoken ‘plakjes worst’ maar meestal keer ik huiswaarts met enkel een pond versgebrande nootjes.

Impulsief wijs ik bij een kraam met huisgemaakt gebak een klein chocoladetaartje aan na een stuk geproefd te hebben. Het meisje verpakt het taartje in een mooi doosje en versiert het met een glanzend lint.

Met de mooie verpakking in mijn handen slenter ik trots verder over de markt. Ik verheug me nu al op het moment dat ik voor mijn nietsvermoedende visite het prachtige taartje uit de doos tevoorschijn tover.