Recensie: Voetnoten – Marcel van Hemert

‘De Stem klinkt als een klok’

Nooit eerder was me via social media de gelegenheid geboden om een boek te recenseren. Ook hier moest eens de eerste keer zijn. Ik nam de uitdaging aan. Om met de deur in huis te vallen: ik heb er geen spijt van.

De Stem van Suzanna Esther klinkt als een klok. Kort en goed, maar ik val in herhaling, ze schrijft mooi, in pareltjes van zinnen. Een voorbeeld: “Een plastic zak waait in een wilde wals over straat.” En zo telt dit boek tientallen, zo niet: honderden, prachtzinnen.

Haar zinsopbouwen zijn mooi gecomponeerd, stilistisch, niet té. De input vanuit verschillende vertelperspectieven is een briljant gekozen uitgangspunt voor een thrillerachtig verhaal dat zich in sneltreinvaart ontrolt.

Als er al iets op dit boek aan te merken is, dan is het dat je als lezer meer wil. Het slot is even open als multi-interpretabel.

De psychologische diepgang raakt aan die van de Bildungsroman, de spanning wordt goed opgebouwd.

Ik kan het niet nalaten een tipje van de sluier op te lichten. Dat verdient de welbeschrevenheid, het vangen van gedachten in woorden, staccato lopende zinnen en gevatte hoofdstukken.

Middelpuntvliedende krachten in De Stem zijn de personages Lisa en Maarten, die elkaar tegen het einde van de roman lijken te vinden. Dat laat ik aan de lezer.

Lisa is teamleider bij een callcenter, Maarten werknemer bij datzelfde bedrijf, voorheen accountant en gescheiden.

De meerlaagse verhaaltrant zoog me onstopbaar mee. De plots oppoppende stem – uit de titel – die alleen Maarten hoort, en dan regelmatig, wordt uiteindelijk zo vertrouwd dat hij haar Amélie doopt.

In achtenveertig korte hoofdstukken verstrikt de plot zich in persoonlijke en werkgerelateerde intriges. Ze komen de spanningslijn ten goede en maken Maartens veelgehoorde stem haast psychotisch. De stem confronteert en fantaseert over wat hij werkelijk zou willen. Het gevolg is een Droste-effect dat de lagen van het verhaal versterkt.

Als Maarten plots staatslotmiljonair wordt en letterlijk uit beeld verdwijnt, kan het bijna niet anders dat hij, in plaats van ene Hans, de gezochte fraudeur van de zaak wordt. Uitgesproken wordt dit echter niet.

De scènes rond Lisa, en vooral Maarten, vermengen zich met fantasie. Althans zo lijkt het. Of bedriegt hier de schijn?

Meer verklap ik niet. De Stem van Suzanna Esther is haar verrassend mooi geschreven tweede literaire kindje, zo blijkt. Voor mij beantwoord deze griezelig nauwgezette roman aan de ongeschreven wet van de gebonden en geboeide lezer.

De suspense in haar boek kan absoluut tippen aan die in Overkill (2013) van Escober (Esther en Berry Verhoef).

Suzanna, ik kijk uit naar je volgende roman. Ik daag je uit om die minstens net zo mooi te schrijven. De Stem is in elk geval een topboek!

Bron: Voetnoten / Marcel van Hemert