Es & Co: Hij maakt het verschil

Dit is niet het zoveelste stukje over het vluchtelingenbeleid al raakt het wel aan dat onderwerp. We zijn steeds meer geneigd te denken in Zij (de vluchtelingen en asielzoekers) en Wij (de gevestigde bewoners van Nederland). Helaas is er nog een ander onderscheid te maken.

Mijn woonplaats telt ongeveer 3000 inwoners die verdeeld zijn over een oude kern en een hele nieuwe woonwijk aan de, in het groen liggende, buitenrand. De wijk waar ik woon wordt doorkruist door een busbaan. De huizen aan de andere kant van de baan zijn statiger dan in het deel waar ik woon. Deze zijn moderner vormgegeven maar ook hier staan prijzige huizen en in principe liggen beide delen praktisch tegen elkaar aan.
Enkele weken geleden kregen alle inwoners per gemeentelijke post de aankondiging dat wij als kleine gemeente 400 vluchtelingen gaan opvangen. Gelijk na deze aankondiging werd er een actiecomité in het leven geroepen. Een inspraakavond werd aangekondigd.
Voorafgaand aan ‘de inspraakavond’ kwam het met spoed samengestelde actiecomité bij iedereen aan de deur, dus ook bij mij en ik heb me aangemeld voor de groepsmail met alle mededelingen over de ‘voortgang’.

Ondersteund met handtekeningen van alle bewoners had de actiegroep, grotendeels bestaande uit advocaten, accountants en andere welbespraakte beschaafde mensen, een goed onderbouwd alternatief in de aanbieding: het plaatsen van 150 vluchtelingen waarvan 80 % gezinnen. Dit tegenvoorstel, gericht aan de gemeente, was voor veel inwoners acceptabel. De inspraakavond werd een farce. De plannen stonden al lang vast en het bezwaar tegen het plan om 400 merendeels mannelijke vluchtelingen een half jaar te herbergen in een slaapgemeente met veel gezinnen werd van tafel geveegd. Alles was al lang door het COA en de eigenaar van een grote expositiehal bezegeld.

Afgelopen week ontving ik een update over de voortgang van het gebeuren. Bij de mail zat een kopie uit het kadaster waarin de vergunning van de te bouwen barakken genoteerd stond plus de plattegrond van de locatie. Het terrein ligt exact naast de kleine statige wijk aan de andere kant van de busbaan.
Bij de mail zat ook een persoonlijk schrijven van één van de villabewoners met een uitnodiging om me aan te sluiten bij een ‘buurtwacht’ per whatsapp.
Sowieso wel nuttig, dacht ik, en begrijpelijkerwijs nu misschien iets meer omdat een gevoel van onzekerheid niet ontkend kan worden.

Ik schreef een vriendelijk antwoord, dat ik mij graag wilde aansluiten bij de groep die op dat moment 30 leden telde. Ik meldde mijn naam, mijn leefstatus en mijn adres.
Na een uurtje kreeg ik antwoord:
‘Oeps Suzanna Esther, sorry, maar deze groep is eigenlijk bedoeld voor onze wijk. In deze appfunctie kunnen maar 100 personen. Misschien kun je in jouw deel van de wijk een eigen groep beginnen?
Hoogachtend,
Met vriendelijke groet,
Drs. Mr. Lullo’

Waarna ik antwoordde:
‘Zoals u heeft kunnen constateren ben ik praktisch uw buurvrouw. Volgens mij is het doel van buurtpreventie dat de hele wijk meedoet? Of is er verschil tussen ‘jullie’ deel en ‘ons’ deel?’

Ik kreeg nog een uitleg en wat verontschuldigingen waarna ik hem nog meegaf dat ik begreep dat hij ‘het verschil wilde maken’ én heb hem vervolgens hartelijk bedankt voor het verschaffen van bruikbaar materiaal voor een Column.