Es & Co: Lucas de springspin

Sinds een week heb ik er een nieuw huisdier bij. Ik noem hem Lucas, voluit: Lucas Paulus II.
Lucas II mag ook, want er is al een Lucas van hetzelfde soort.

Vanmorgen had ik zijn ‘hokje’ even geopend, voor de broodnodige zuurstof toevoer en natuurlijk om hem even goedemorgen te wensen. Hij zat nog wat te suffen tegen de gladde wand van zijn ‘tupperware’, in zijn zelfgesponnen hangmatje, dus liet ik hem verder met rust.
Na wat huishoudelijke taken, wierp ik daarnet een blik op zijn ‘tupperwarehuis’ en daar zat hij: bovenop de deksel. Hij zwaaide met zijn twee lange voorpoten in de lucht, alsof hij ‘hallo!’ wilde zeggen.
Blijkbaar had ik de deksel niet goed gesloten en was hij ontsnapt.
Ver is hij gelukkig niet gekomen en ook liet hij zich gemakkelijk weer in zijn huis manoeuvreren; Ik hield het dekseltje schuin en hij zakte aan een zijden draadje naar beneden.

Lucas is nog maar een itsybitsy spin, en ik heb nog net geen vergrootglas nodig. Er is nog niet veel aan. Toch heeft het wel iets spannends. Het voelt een beetje als het kijken naar een interactieve gruwelfilm, met af en toe een vertederend moment.
Interactief omdat Lucas moet eten. Zijn voedsel leeft, en ik moet dat voor hem regelen. Niet alleen omdat hij nog ‘te klein’ is, maar ook omdat hij natuurlijk in gevangenschap leeft.
Zijn voer staat bij mij op de eetkamertafel. Het is een beetje vies. Goor zelfs. Een beker met gaasdeksel, vol met een soort houtwol, drijvend in havermoutsmurrie. De rest is gevuld met flink uit de kluiten gewassen fruitvliegen. De vliegjes zijn net zo groot als Lucas. Tot nog toe heeft mijn springspin er nog maar 1 tot zich genomen; een schouwspel dat ik met een zeker afgrijzen, en toch ook een soort genoegen – wreedheid zit in ons allemaal – heb gadegeslagen. Het is een beetje dubbel. Ik heb maar 1 spin, maar wél 100 fruitvliegen. Om de dag vis ik met een pincet één onderdaan uit het fruitvliegenparadijs, om die met een zekere plechtigheid – en wat troostrijke woorden – over te leveren aan het jachtinstinct van Lucas.

Het was niet helemaal een bewuste keuze: Lucas de springspin, van het merk Phidippus Regius als huisdier.
Ik riep iets naar vriendlief, over hoe leuk ik het geanimeerde youtube filmpje van Lucas de springspin vond, en voor ik het wist had ik er één in huis.

Lucas wordt ongeveer zo groot als één vingerkoot. Ik kan me daar nu nog geen voorstelling van maken maar ik neem aan dat ik er vanzelf ‘in mee groei’.
Zijn voer helaas ook.
Straks zit mijn hele huis vol met reuze sprinkhanen, motten en bijen om Lucas in leven te houden.
Wie weet wat dat weer aan verhalen oplevert.
‘Es en het grote insectenboek; Griezelverhalen…’