ES & Co: Damesperikelen – Het ondankbare snoeiwerk

Zo. Maar weer eens een ouderwetse, authentieke ‘Damesperikelen’.
Heren opgelet! Alleen geschikt voor incrowd…

Als ik ergens een hekel aan heb, is dat het regelmatig terugkerende onderhoudsprogramma dat je als vrouw blijkbaar hoort uit te voeren.

Eens in de maand – het strikte minimum – moet ik een dagdeel reserveren voor kap- pluk- en snoeiwerkzaamheden van verschillende lichaamsonderdelen.
Eigenlijk is het totaal bezopen dat – wij vrouwen – blijkbaar veroordeeld zijn tot allerlei kunstgrepen om de illusie die mannen van ons hebben te bewaren.
Nou is dat nog niet zo erg, althans, een beetje erg, maar het is ongelofelijk ondankbaar werk en je krijgt er nooit complimenten voor.

Als vanzelfsprekend gaat ‘de buitenwereld’ er van uit, dat ik géén snorharen heb, mijn woeste wenkbrauwen altijd vanzelf in toom worden gehouden, mijn teennagels van nature kort en fris zijn en als ik onverwachts in een zwembad verschijn, ik op cruciale plekken zo kaal als een pas geboren muis door het leven ga.

Op de één of andere manier is er tijdens de evolutie iets totaal misgegaan.

Ik durf te beweren dat menig vrouw qua lichaamsbeharing niet onderdoet voor een man, maar ergens is het ‘idee’ ontstaan dat vrouwen glad, zacht en – behalve zachte, glanzende volle lokken op de scalp – zich haarloos moeten presenteren aan de buitenwereld en dan met name aan de man.

In India schijnt dat anders te zijn. Een vrouw met flink behaarde benen – let wel, de beharing van een vrouw is meestal wél zachter dan die van de man en donzig van structuur – een licht donkere waas op de bovenlip, donzige donkere haartjes op de kaaklijn, is voor de Indiase man het toppunt van schoonheid.
Waarom in Europa niet?

Dat een man compleet behaard door het leven mag, is gewoonweg niet eerlijk en valt onder meten met twee maten.
Ik weet zeker – uit ervaring – dat een man lang zoveel tijd niet kwijt is aan het gedetailleerde snoei- kap- en controlebeleid als de vrouw.
Een man koopt gewoon een pak nieuwe sokken als de gaten erin vallen door te lange teennagels en een donsvacht die boven de neklijn van T-shirt of overhemd uitpuilt, doet hem niet ineenkrimpen van gene.
Op neus- en oorhaar… zijn ze zelfs trots!

Als een vrouw naar de kapper of de schoonheidsspecialiste is geweest (of iets van dien aard), wil men wel eens opmerken: ‘Wat zie je er goed uit!’ of, ‘Naar de kapper geweest?’
Als je als vrouw alle lopende zaken goed bijhoudt is er niemand die je daarvoor prijst.
Geen: ‘Goh, wat houd jij je gezichtsbeharing goed bij,’ of, ‘Wat fijn dat jij zoveel aandacht besteedt aan het in stand houden van de illusie van de zachte, perfecte vrouw waar alles wat enigszins naar ‘het mannelijke’ verwijst netjes geknipt, gesnoeid en verwijderd is…’

Niks van dat alles.
Ondankbaar snoeiwerk dus.