ES & Co: Sublimatie van Pijn

Afgelopen week heb ik iemand van mijn vriendenlijst verwijderd. De persoon in kwestie, die ik niet ken, maar een ‘vriend’ is van vrienden, postte veel over een situatie die erg pijnlijk is. Na enkele goed geschreven maar zeer emotionele stukken gelezen te hebben, werd ik kriegel en ongemakkelijk en heb deze persoon verwijderd. Toch bleef het me dwarszitten.

Het heeft iets voyeuristisch om het nauwgezette persoonlijke leed van een vreemde onder ogen te krijgen terwijl ik daar niet om heb gevraagd. Ik besefte dat het heel hypocriet van mij is. Als hij een groot schrijver was geweest, dan had ik zijn verhaal met belangstelling gelezen en bewondering gehad voor zijn openheid en de rauwheid van zijn pijn.

In het dagelijks leven is het een ongeschreven wet dat als iemand in de supermarkt, op straat of elders aan je vraagt hoe het met je gaat, dat je dan niet je hele traumatische jeugd, scheiding of een langdurig ziekbed uit de doeken gaat doen. Zo ook niet op facebook. Toch is het dubbel. Veel schrijvers delen in mooi en poëtisch taalgebruik de meest dramatische stukken, over dood en leven, psychisch leed, en wanhopige liefde, maar zo lang het in een naar satire of poëtisch neigend taalgebruik wordt geplaatst is het ‘meesterlijk’ of ‘subliem’. Het is een gave om net dat toontje erin te gooien dat men aan het twijfelen wordt gezet of het ‘écht’ is, satire of gewoon een woordkunstenaar aan het werk.

De maatschappij van nu (Wij zijn toch de maatschappij?) zit niet te wachten op écht drama. Drama behoor je te sublimeren tot kunst, in woord of in verf, digitaal, of in klei desnoods, maar rauw en cru verwoorden wat er achter de schoonheid van Kunst met een grote K wringt komt veel te dichtbij. Als we een boek lezen over de meest gruwelijke gebeurtenissen, de harde maatschappij, seks, misbruik, drugs en het is zogezegd fictie dan verbinden we er geen persoon aan. De schrijver is vrij om willekeurig welk zwartboek te beschrijven of neer te zetten. Wij, de lezers, kunnen het lezen en ons verplaatsen alsof het onszelf overkomt, en blij zijn dat het ons niet overkomt. We hoeven niemand te troosten, gerust te stellen of mee te leven. Als we pijn en verdriet sublimeren in schoonheid heeft men daar over het algemeen bewondering voor.

‘Je voelt de passie van de schrijver, levensecht!’ of ‘Het schilderij raakt me diep!’ en ‘Virtuoos geschreven!’ zijn uitroepen van bewondering voor sublimatie van pijn, wanhoop, levensangst, verdriet, maar natuurlijk ook euforie.

Vaak zijn het de extreme emoties die zorgen dat een kunstenaar gedreven is die emotie om te zetten naar iets wat WEL gehoord of gezien ‘mag’ worden. Als we pijn en verdriet zonder sublimatie de wereld in slingeren roept het ongemak, en zelfs afkeer op. De heftige emotie zit plotseling gekoppeld aan een echt persoon van vlees en bloed, en we hebben geen flauw idee wat we daarmee moeten.